We lopen samen op. We delen ons leven, terwijl er tegelijkertijd onevenwichtigheid ervaren kan worden. Het is toch zo dat de een de ander heeft gevraagd mee te lopen: een hulpvraag zogezegd. Wilfried Stinissen – een oude Belgische monnik – schreef daar een prachtig boekje over. Het is voor ons een leidraad voor de manier waarop wij onze rol als ‘begeleider’ zien en willen invullen.
Je moet allereerst inzien dat je geen superieure houding mag aannemen tegenover de ander. Jij bent niet degene die geeft, terwijl de ander de ontvangende bedelaar is. Jullie zijn niet alleen gelijkwaardig aan elkaar, maar degene die bij je komt geeft zelfs meer dan hij ontvangt… Hij doet je een aanbod dat zo groots en genereus is dat het ons tot tranen toe ontroert. De ander neemt ons in alle bescheidenheid in vertrouwen. Om geholpen te kunnen worden, laat hij ons, in al zijn zwakheden en angsten delen, in zijn tekortkomingen en schuldgevoelens. Een dergelijke grootse daad toont zo’n ontzag voor wat waar is, rechtvaardig en menselijk, dat we zo iemand alleen kunnen benaderen met een gevoel van nederigheid en ontzag voor God. Diegene die bij ons komt, geeft het meest. We moeten dit goed onthouden en ons als een bedelaar opstellen, niet als een rijke.
Wilfried Stinissen – in het boekje ‘Zorg om de ziel’