Mens zijn is een soort herberg…

Herberg De Lindeboom in Cattenbroek1729

Als je op weg bent, als je pelgrimeert in je bestaan, komen mensen van allerlei pluimage op je pad. Degenen die ooit de pelgrimsroute naar Santiago de Compostelo gelopen hebben, vertellen daar steeds weer over. Maar ook in je dagelijkse dag hier in Nederland, op je werk of thuis of in de kerk – ze zijn er, die mensen van allerlei pluimage…… Benedictus zei: ‘Verwelkom elke gast als Christus zelf’. Op zich is dat soms een hele opgave en soms gaat dat vanzelf. 

Benedictus zei: ‘Verwelkom elke gast als Christus zelf’.

Ook het verwelkomen van allerlei ‘gasten’ die in je innerlijk leven, is een heel avontuur. We hebben zo onze zonnige zijden, maar ook onze schaduwkanten. En die schaduwkanten kunnen je soms flink verontrusten en je van je ‘pelgrimspadje’ brengen….. Om er goed mee om te gaan is een ontvankelijke en accepterende houding van belang.

Vraag ze om erbij te komen zitten’.

Daarvoor heb ik een besef nodig geliefd en geborgen te zijn in God. Het gedichtje van Rumi, bewerkt door Wil Derkse, getuigt daarvan. 

Mens-zijn is een herberg,
elke ochtend arriveert er een ander,
een vreugde, een depressie, een laagheid,
een moment van bewustzijn daagt op
als een onverwachte bezoeker.
 
Verwelkom ze en vermaak ze allen!
Behandel iedere gast met eerbied,
al is het een schare verdriet
die je huis heftig
van zijn meubilair ontdoet.

Misschien ruimen zij je huis leeg
voor een nieuwe verrukking,
de donkere gedachte, 
de schaamte, het venijn,
ontmoet ze bij de voordeur 
met een brede grijns.
 
Vraag ze om erbij te komen zitten.
Wees dankbaar voor wie er komt: 
ieder van hen is immers gezonden
als een leidsvrouw
van boven…

Naar: Rumi; Derkse, Zo vrij als een vlinder, p.46

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *