Henri Nouwen

Een paar maanden geleden raakte ik betrokken bij de werkgroep Henri Nouwen in Dordrecht. Deze werkgroep organiseert Henri Nouwen-lezingen. Zij nodigen een gastspreker/ spreekster uit om geïnspireerd op Henri Nouwen iets te vertellen over hun eigen leven en werk. Ik deed mee onder de voorwaarde dat ik mee zou denken, maar niets (vooral de regeldingen), hoefde te doen. Geen nieuwe verantwoordelijkheden in mijn hoofd! In januari, op de dag dat Henri Nouwen 91 zou zijn geworden, was het moment van de lezing. Het getal 91 stond in de voorbereidingen in de aandacht en toen ik bij mijn kennismaking met het bestuur, hierover hoorde, werd ik geraakt. Psalm 91 was een belangrijke Psalm voor Henri. Hij las het zelf vlak voor zijn dood en ook bij de uitvaart werd deze Psalm gelezen. Het raakte mij,  omdat een gedeelte uit Psalm 91 voorin mijn vaders Bijbel staat. Deze Bijbel kreeg mijn vader van zijn moeder toen hij belijdenis van zijn geloof deed. Ik kreeg die Bijbel weer van mijn vader. Mijn vader deed belijdenis toen hij, als militair in Nederlands Indië was. De Bijbel was een lange tijd onderweg om daar vanuit Nederland te komen. Het was ook de Psalm, waarvan één van mijn broers en ik een verschillend stukje herinnerde bij mijn vaders sterfbed en wij passend vonden bij mijn vader. De dominee moest even nadenken, maar bedacht dat Psalm 91 wel mooi zou zijn. We dachten allemaal aan dezelfde Psalm. Deze Psalm is heel het leven van mijn vader en het leven van Henri meegegaan, tot over de dood heen.

In de bijeenkomst mocht ik deze Psalm zingen, een prachtige versie van Jan Duin en Antoine Oomen.
Een lied dat je door moeilijkheden heen helpt, troost biedt, wetend dat God je nabij is wat de omstandigheden ook zijn. Het was een mooi begin van de avond.

Kees Thies, de spreker van die avond, vertelde over zijn ontmoetingen met mensen, die in de schaduw van de stad Dordrecht wonen. Ze wonen er, maar hebben geen adres, geen vast verblijf. Hij vertelde dat het zo belangrijk is om mensen te zien, een naam te geven, om met oprechte belangstelling te vragen: “Hoe gaat het met je?” En dan open te luisteren naar het verhaal. Hij leeft dit zelf voor, hij verwerkt de verhalen van onbekende Dordtenaren, ja, juist de mensen die in de schaduw van de stad leven, in zijn columns. Zo geeft hij hen een identiteit, bestaansrecht, ze zijn iemand.  Hoe liefdevol is dat. Je wordt mens. Zo leefde Jezus, zo mogen wij om ons heen kijken naar de ander. En lees Psalm 91a uit het Liedboek er eens bij. Geen duister zal je overvallen, er is een licht dat eeuwig brandt.

De foto van Henri Nouwen staat op de voorkant van het boek: Geliefd Henri, uitgegeven door Adveniat. Kees Thies: 10 jaar Thies in 250 columns, Uitgeverij Roodenburg, Dordrecht