Een klein meisje zat op de knie van haar grootvader terwijl hij haar een verhaaltje voorlas. Af en toe keek ze op van het boek en aaide over opa’s wang. En dan aaide ze over die van haarzelf. Ineens zei ze: opa: heeft God jou gemaakt? Ja, schatje, God heeft mij lang geleden gemaakt. ‘O’, zei ze, ‘opa, heeft God mij ook gemaakt?’ ‘Jazeker, kindje, God heeft jou nog niet zo lang geleden gemaakt.’ Het meisje aaide weer over hun wangen en zei toen: ‘God wordt er wel steeds beter in, hè?’
Bron: https://www.sporenvangod.nl/kerkmoppen1.html
Bovenstaande foto en bovenstaande anekdote brengen een big-smile op mijn gezicht. Het is een luchtige manier om om te gaan met ‘serieuze zaken’. Maar als ik nog eens goed naar de foto kijk – misschien eens wat langer – word ik me eens bewust van de snaar die in mijn ziel geraakt wordt: blijdschap…… irritatie….. jaloezie….. luchtigheid….. naïviteit….. vrijheid….. spot….. Ik sta daar gewoon maar eens een paar minuten bij stil……meer is niet nodig.
Ik sta daar gewoon maar eens een paar minuten bij stil……meer is niet nodig.
Hieronder nog zo’n tekst die in eerste instantie bij mij een big-smile oproept. Maar: als ik de tekst lees en herlees – rustig en geconcentreerd -: hoe ga ik eigenlijk om met mijn verlangen? Ook met zoveel respect dat ik God vraag om iedere speen, iedere vinger, iedere druppel die in mijn schaal valt te zegenen?
Zegen, God, mijn kleine koe,
zegen, God, mijn verlangen,
zegen ons samenleven, mijn koe en ik,
en de manier waarop ik haar melk.
Zegen, God, elke speen,
zegen iedere vinger,
iedere druppel die in mijn schaal valt.
Zegen, God, mijn kleine koe.
uit: ‘The Carmina Gadelica’; Liedboek 2013. p.1525