De afgelopen maand ben ik begonnen aan een cursus, waardoor ik meer te weten kom over planten en ze beter kan determineren. Je zou zeggen: “Daar heb je toch ook apps voor?”. Jazeker, maar ik weet dat het mij helpt om beter te kijken. Dat merkte ik eerder toen ik meer interesse kreeg in vogels. Het begon met de verschillen zien bij ganzen, daarna kwamen de eendachtige, op de voet gevolgd door de steltlopers. Nog steeds moet ik mijn kennis ophalen en maak ik gebruik van ezelsbruggetjes, maar ik kijk nu veel meer naar de details dan vroeger. Vroeger waren alle ganzen en eenden hetzelfde… Nu zijn we trots als we een voor ons nieuwe soort zien en herkennen. Zo zagen we afgelopen weekend voor het eerst een Zomertaling en dan redelijk dichtbij. Vorig jaar had iemand ons al een Zomertaling aangewezen, maar toen was hij ver weg en deels verscholen in het riet. Nu konden we hem zelf herkennen. Gerhard en ik kunnen ook hele discussies hebben aan de waterkant, want hij ziet vanuit zijn perspectief andere details dan ik. We willen soms ook wel meer zien, dan de werkelijkheid. Zo dachten we onlangs bij een wandeling een roodborsttapuit te zien, maar de eerlijkheid gebied: het was een vink. Een echte vogelaar zal nu waarschijnlijk hartelijk lachen, want die ziet zoveel meer…
Ik merk dat het nu ook al zo gaat met de floracursus. Voor de cursus moest ik een sporenplant zoeken, dus een varen, paardenstaart en/ of wolfsklauw. Dat betekende dat ik op zoek moest. Ik had bedacht dat ik een varen wilde insturen en wat zou het leuk zijn als het een varen was die op een oude muur groeide of een meer bijzondere, niet algemene varen… Het betekende dat ik bij elke wandeling uitgebreid alles wat groeit en bloeit bekeek. Ik heb daardoor zoveel verschillende bladvormen gezien en al heel wat bloemen. Je kijkt op een heel andere manier naar de wereld en ik geniet daarvan. Uiteindelijk heb ik een varen, die in het hoekje bij de schuur stond, op de foto gezet. Je moet toch wat…
Het blijft toch wel heel bijzonder om te zien, hoe verschillend alles gemaakt is. Hoeveel verschillende details er zijn waaraan je planten kunt herkennen. Het zegt iets over hoe wij kijken. Ook over hoe we naar God kijken. Door de bespreking van het boek: Ruimtezoekers kom ik er steeds meer achter dat mensen op verschillende manieren naar God kijken. Hoe God vandaaruit vorm krijgt in hun leven. Ik heb er voor mijzelf twee boeken bij gepakt, die al jaren in onze boekenkast staan: ‘Uw God is te klein’ en ‘Renovare’. In beide boeken wordt beschreven hoe we naar God kijken. Maar we komen er ook achter dat ons kijken zo beperkt is. We gaan misschien wel beter, intenser kijken als we een opdracht hebben om het één en ander te bestuderen. Het blijft een leven lang leren….
Phillips, J.B. ‘Uw God is te klein’, (vertaald door ds. C.M/ van Endt), Erven J. Bijleveld. Utrecht, 1954
Dijkstra- Algra, N, ‘Renovare’, Ekklesia, 2005
Jong, J. de, Ruimtezoekers, Buijten & Schipperheijn Motief, Amsterdam, 2023
foto van Mannetjesvaren door Jaco Boven